akkoord

Nederlands

Een korte en een uitgewerkte notatie van een 'gebroken C-majeurakkoord'

Uitspraak

• Geluid:  akkoord    (hulp, bestand)
• IPA: / ɑˈkort / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ak·koord

Woordherkomst en -opbouw

• via Middelnederlands  accort zn  van Frans  accord zn , in de betekenis van ‘overeenkomst’ voor het eerst aangetroffen in 1290
  • tw: van Frans  d'accord tw 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	akkoord	akkoorden
verkleinwoord	akkoordje	akkoordjes

Zelfstandig naamwoord

het akkoord o

1. overeenkomst

   • Na lang onderhandelen was er eindelijk een akkoord bereikt. 
   • Volgens de gezaghebbende Britse militaire analist professor Michael Clarke heeft Poetin – nu ruim 25 jaar aan de macht – 190 akkoorden waar de Russen voor tekenden geschonden. 

2. (muziek) samenklank van minimaal 3 verschillende tonen

   • De muzikant sloeg een akkoord aan op de piano. 

Synoniemen

• [1] deal, eenstemmigheid, entente, overeenkomst

Verwante begrippen

• [1] afspraak, overeenstemming
• [2] arpeggio, drieklank, interval, kwint, meerstemmigheid, samenklank, terts, vierklank, vijfklank

Typische woordcombinaties

• [1] een akkoord bereiken

Uitdrukkingen en gezegden

• [2] een gebroken akkoord
  een akkoord waarvan de tonen kort na elkaar beginnen of eindigen

Hyponiemen

    muziekakkoorden

A-majeurakkoord Aïs-grootakkoord Aïs-majeurakkoord As-grootakkoord As-majeurakkoord Ases-majeurakkoord B-grootakkoord B-majeurakkoord Bes-grootakkoord Bes-majeurakkoord Beses-majeurakkoord Bis-grootakkoord Bis-majeurakkoord C-grootakkoord C-majeurakkoord Ces-majeurakkoord Cis-grootakkoord Cis-majeurakkoord D-grootakkoord D-majeurakkoord Des-grootakkoord Des-majeurakkoord Deses-majeurakkoord Dis-grootakkoord Dis-majeurakkoord E-grootakkoord E-majeurakkoord Eïs-grootakkoord Eïs-majeurakkoord Es-grootakkoord Es-majeurakkoord Eses-majeurakkoord F-grootakkoord F-majeurakkoord Fes-majeurakkoord Fis-grootakkoord Fis-majeurakkoord G-grootakkoord G-majeurakkoord Ges-grootakkoord Ges-majeurakkoord Gis-grootakkoord Gis-majeurakkoord a-kleinakkoord a-mineurakkoord aïs-kleinakkoord aïs-mineurakkoord as-kleinakkoord as-mineurakkoord b-kleinakkoord b-mineurakkoord bes-kleinakkoord bes-mineurakkoord bis-kleinakkoord bis-mineurakkoord c-kleinakkoord c-mineurakkoord cis-kleinakkoord cis-mineurakkoord d-kleinakkoord d-mineurakkoord des-kleinakkoord des-mineurakkoord dis-kleinakkoord dis-mineurakkoord e-kleinakkoord e-mineurakkoord eïs-kleinakkoord eïs-mineurakkoord energieakkoord es-kleinakkoord es-mineurakkoord f-kleinakkoord f-mineurakkoord fis-kleinakkoord fis-mineurakkoord g-kleinakkoord g-mineurakkoord ges-kleinakkoord ges-mineurakkoord gis-kleinakkoord gis-mineurakkoord grootakkoord kleinakkoord majeurakkoord mineurakkoord septiemakkoord sextakkoord

    overige akkoorden

EG-akkoord EU-akkoord Klimaatakkoord Lenteakkoord Schengenakkoord associatieakkoord autonomieakkoord bami-akkoord banenakkoord barréakkoord basisakkoord beginselakkoord begrotingsakkoord belastingakkoord bestandsakkoord bestuursakkoord bijna-akkoord cao-akkoord clusterakkoord coalitieakkoord collegeakkoord conceptakkoord crisisakkoord deelakkoord dieselakkoord dominantakkoord eindakkoord gedoogakkoord gitaarakkoord grensakkoord grondakkoord handelsakkoord herenakkoord herfstakkoord hervormingsakkoord hoofdlijnenakkoord houseakkoord ijskastakkoord interim-akkoord kabinetsakkoord kernwapenakkoord klimaatakkoord kunduzakkoord landbouwakkoord loonakkoord luchtvaartakkoord mestakkoord minderhedenakkoord muziekakkoord nafta-akkoord najaarsakkoord oliezadenakkoord onderhandelaarsakkoord onderhandelingsakkoord onderwijsakkoord ontwapeningsakkoord ontwerpakkoord ontwerplandbouwakkoord overgangsakkoord paasakkoord paprika-akkoord participatieakkoord partnerschapsakkoord pensioenakkoord pianoakkoord preventieakkoord principeakkoord programakkoord programma-akkoord protocolakkoord raamakkoord regeerakkoord regeringsakkoord salarisakkoord samenwerkingsakkoord schijnakkoord slotakkoord snijakkoord sportakkoord staalakkoord startakkoord stembusakkoord stichtingsakkoord subsidieakkoord technologieakkoord terugnameakkoord terugtrekkingsakkoord thuiszittersakkoord totaalakkoord uitleveringsakkoord verankeringsakkoord vijfpartijenakkoord visserijakkoord vlinderakkoord voorakkoord vredesakkoord vrijhandelsakkoord wandelgangenakkoord wapenakkoord wapenstilstandsakkoord wereldhandelsakkoord werkgelegenheidsakkoord winterakkoord woonakkoord zorgakkoord

Afgeleide begrippen

• akkoordbevinding, akkoordenschema, akkoordsymbool, akkoordverklaring

Vertalingen

    1. overeenkomst   

Duits: Abkommen (de) Engels: agreement (en) Esperanto: akordo (eo)

Noors: akkord (no) Pools: zgoda (pl) v Spaans: acuerdo (es) m

    niet akkoord gaan met iets   

Duits: mit einer Sache nicht einverstanden sein

    2. samenklank van drie of meer, verschillende tonen   

Duits: Akkord (de) m Engels: chord (en) Frans: accord (fr) m

Slowaaks: akord (sk) m Tsjechisch: akord (cs) m onbezield

	stellend
onverbogen	akkoord
verbogen	-

1. in orde, in een toestand waarin overeenstemming bestaat

   • Haar voorstel is helemaal akkoord. 

Typische woordcombinaties

• akkoord gaan met
• akkoord zijn met

Tussenwerpsel

akkoord!

1. daar ben ik het mee eens

Synoniemen

• ja

Gangbaarheid

• Het woord akkoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "akkoord" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.