Thai

Nederlands

ISO 639-3
tha
bestand

Uitspraak

• Geluid:  Thai    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Thai

1,2	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Thai	-
verkleinwoord	-	-

3	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Thai	Thai
verkleinwoord	-	-

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Thai	-	-
verkleinwoord	-	-	-

Eigennaam

het Thai o

1. geen meervoud (taal) de officiële taal van Thailand

   • Ik spreek helaas geen Thai. 

2. volk in Zuidoost-Azië
3. (demoniem) (demografie) inwoner van Thailand

Synoniemen

• [3] Thailander

Verwante begrippen

• [3] Thaise

Vertalingen

    1. de officiële taal van Thailand   

Afrikaans: Thai (af) Arabisch: تايلاندي (ar) Armeens: Թայլեզու (hy) Azeri: tај (az) Baskisch: thailandiera (eu) Bretons: thai (br) Bulgaars: тайландски (bg) Catalaans: tailandès (ca) m Chinees: 泰语 (zh) Deens: thailandsk (da) Duits: Thailändisch (de) o Engels: Thai (en) Estisch: tai keel (et) Faeröers: thailendskt (fo) Fins: thai (fi) Frans: thaï (fr) m Georgisch: ტაიური (ka) Grieks: ταϋλανδικά (el), ταϊλανδικά (el) Hebreeuws: תאילנדית (he) v Hindi: थाई (hi) Hongaars: thai (hu) Iers: téalainnis (ga) IJslands: taílenska (is), tælenska (is) Indonesisch: thai (id) Interlingua: thailandese (ia) Italiaans: tailandese (it) m Japans: タイ語 (ja) Koreaans: 타일랜드어 (ko), 대만어 (ko) Kroatisch: tajski (hr), Tai (hr) Lets: tai (lv) Litouws: tajų (lt), tajiškai (lt)

Macedonisch: таи (mk) m Malayalam: Thai (ml) Maltees: Tajlandiż (mt) Marathi: थाई (mr) Moksja: тайень Mongools: Тай (mn) Nedersaksisch: Thai (nds) Nepali: थाई Noors: thailandsk (no) Oekraïens: тайська (uk) Perzisch: تايلندى (fa) Pools: tajski (pl) Portugees: tailandês (pt) m Roemeens: tailandeză (ro) v Russisch: тайский (ru) Servisch: Тајландски (sr) Sloveens: Tajščina (sl) Slowaaks: thajčina (sk) Spaans: tailandés (es) Swahili: Kithailand (sw), Kithai (sw) Tamil: தாய (ta) Tataars: Тайланд (tt) Thai: ภาษาไทย (th) Tsjechisch: thajský (cs) Turks: taylandca (tr), tayca (tr) Urdu: تهائي (ur) Vietnamees: Tiếng Thái-lan (vi) Waals: taylandès (wa) Welsh: Tai (cy) Wit-Russisch: тайская (be) Zweeds: thailändska (sv)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord Thai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

Thai

1. (taal) Thai

Engels

Uitspraak

• Geluid:  Thai    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

Thai

1. (taal) Thai
2. (demoniem) Thai, Thailander

Bijvoeglijk naamwoord

Thai

1. (demoniem) Thailands

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

Thai

1. (taal) Thai