Voedsel.
  • voed·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord voedsel -
verkleinwoord - -

hetvoedselo

  1. (voeding) alles wat een levend wezen tot zich neemt om aan bouwstof en energie te komen.
    Dit kan zowel een vaste of vloeibare substantie zijn.
    • Een derde van al het geproduceerde voedsel wereldwijd wordt verspild. Hiermee is een kostenpost gemoeid van 565 miljard euro. [2] 
     Mijn 18 kilo zware rugzak, bepakt met voedsel en water, voelde als lood op mijn rug.[3]
     De ratten in Amsterdam hebben toegang tot huizen met bouwkundige problemen, zoals een kapot riool of gaten in kruipruimten. De dieren worden aangetrokken door voedsel, zoals etensresten op straat bij afvalbakken of voer voor duiven of eenden. Deze factoren kunnen de overlast vergroten, stelt de gemeente.[4]
  • voldoende voedsel
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]
  1. "voedsel" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. nu.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 19 april 2025 Weblink bron “Extra geld voor rattenbestrijding Amsterdam, maar 'rat hoort nu eenmaal in de stad'” (18 april 2025), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  翻译: