Meehelpen? Ga naar etymologieWiki

 

Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.

 

mat - (klonter)

Etymologische (standaard)werken

P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen

mat3 [klonter] {matte, matten 1599} vgl. frans maton [klonter], wel hetzelfde woord als mat1 [geldstuk].

J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leiden

mat 3 znw. v. m. (Zuidnl) ‘klonters van toevallig geronnen melk’, evenals nhd. matte (uit md. sedert de 14de eeuw) < fra. maton (sedert de 12de eeuw) afgeleid uit matte (zie: mat 1) ‘biezenmat’, misschien dus eig. ‘het doek waardoor de wei van het melkvocht gescheiden wordt’.

Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands

F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwolle

mat, zn.: klonter in geschifte melk; kaamsel (op bier). Meestal mv. matten. Vnnl. matte oft wronghels van melcke ‘le cal de laict’ (Lambrecht), matte, matten ‘geschifte melk, kaasachtig deel in melk’ (Kiliaan). Vgl. D. Matte’geronnene Milch’, ‘kwark’, Käsematte. Fr. maton. Vandaar de bekende Geraardsbergse mattentaart. Het woord is ongetwijfeld hetzelfde als mat ‘oud Spaans zilveren geldstuk’, dat teruggaat op Fr. matte ‘onzuivere metaalklonter na de eerste smeltbeurt’ < mat ‘dof, geklonterd’ < Lat. mattus ‘neergeslagen’. Afl. ww. matten ‘schiften’.

mattekes maken, uitdr.: braken. Matteke is dim. van mat ‘klonter in geschifte melk’ (zie boven). Slaat m.n. op zuigelingen die melkvoeding weer uitspuwen, dus braken.

F. Debrabandere (2005), Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek: de herkomst van de Oost- en Zeeuws-Vlaamse woorden, Amsterdam

matte (ZO, zuid), mat (ZO), matten(s) (Koewacht, W, zuid), zn.: wrongel, melkklonter, geronnen melk. Vnnl. matte oft wronghels van melcke 'le cal de laict' (Lambrecht), matte, matten 'gestremde melk' (Kiliaan). D. Matte 'geronnen melk', Käsematte. Fr. maton 'gestremde melk', Catalaans mató, It. mattone 'baksteen' (naar de vorm), Normandisch les mattes (Littré). Wellicht < Lat. mattus 'neergeslagen' > Fr. mat 'compact'.

A.A. Weijnen (2003), Etymologisch dialectwoordenboek, Den Haag

mat, matten (mv.) vlokken in de melk, gestremde melk (Zuid-Nederland). De enkelvoudsvorm komt evenals hgd. matte ‘wrongel’ en fra. matte ‘gestremde melk’ wschl. rechtstreeks « lat. gesubstantiveerde vorm mattus ‘neergeslagen’ (= fra. mat ‘compact’). De meervoudsvorm komt via het fra.; vgl. fra. maton en Normandisch les mattes.
Bems 126, WNT IX 300, WBD 1020.

Overige werken

Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)

Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW.

Hosted by Instituut voor de Nederlandse Taal

  翻译: