Naar inhoud springen

slijm

Uit WikiWoordenboek
  • slijm
enkelvoud meervoud
naamwoord slijm slijmen
verkleinwoord slijmpje slijmpjes

slijm o of m

  1. kleverige stof die door slijmvliezen uitgescheiden wordt
    • Slijm is van groot belang bij het innemen van voedsel. 
  2. kleverige vloeistof
     ‘Noem jij dat water? Het lijkt wel slijm!’ gromde hij.[4]
     Het water moest al heel lang niet gebruikt zijn, want het was bedekt met een dikke laag slijm en er steeg een smerige stank uit op nadat ik het had omgewoeld.[5]
vervoeging van
slijmen

slijm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slijmen
    • Ik slijm. 
  2. gebiedende wijs van slijmen
    • Slijm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slijmen
    • Slijm je? 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]
  翻译: