partir

Catalaans

stamtijd
tegenw. tijd	verleden tijd	voltooid deelwoord
parteixo	partia	partit
3e vervoeging	volledig

Werkwoord

partir

1. klieven, splijten, delen, verdelen
2. vertrekken

Verwante begrippen

• departir, repartir

Frans

Uitspraak

• Geluid:  partir    (hulp, bestand)
• IPA: /paʁtiʁ/

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
partir /paʁtiʁ/	partais /paʁtɛ/	parti /paʁti/
derde groep	volledig

Werkwoord

partir

1. onovergankelijk vertrekken
2. onovergankelijk weggaan

Spaans

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
partir	partía	partido
	volledig

Werkwoord

partir

Woordafbreking

• par·tir

1. vertrekken
2. klieven, splijten, delen, verdelen