Drie veelgestelde vragen over hoge- en lage klimaatscenario's
©KNMI

Drie veelgestelde vragen over hoge- en lage klimaatscenario's

De nieuwe nationale klimaatscenario's zijn 9 oktober gepresenteerd. Hier geven we antwoord op drie vragen die de afgelopen week veel gesteld werden. Kijk voor meer FAQ op knmi.nl/klimaatscenarios.

🌍 Wat zijn hoge- en lage klimaatscenario’s?

De mate waarin ons klimaat zal veranderen hangt sterk af van de hoeveelheid broeikasgassen die nog worden uitgestoten. Daarom werken we met een hoog en een laag scenario:

  • In het hoge uitstootscenario neemt de uitstoot tot 2080 sterk toe en vlakt daarna af. De mondiale opwarming rond 2100 zal dan ongeveer 4,9°C zijn (ten opzichte van eind negentiende eeuw).
  • In het lage uitstootscenario wordt de uitstoot snel verminderd, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs om de mondiale opwarming tot ruim onder de 2°C te beperken. De mondiale opwarming rond 2100 zal dan ongeveer 1,7°C zijn.

De precieze mate van opwarming bij een bepaald uitstootscenario hangt af van de klimaatgevoeligheid, dus hoe sterk het klimaat daarop reageert. Voor onze berekeningen gebruiken we alleen de meest waarschijnlijke waarde hiervan. In de KNMI'23-klimaatscenario’s zit de onzekerheid in toekomstige klimaatverandering dus voornamelijk besloten in het gebruik van twee ver uit elkaar liggende uitstootscenario’s.

🌍 Waarom is voor deze scenario’s gekozen?

De scenario’s geven de bandbreedte aan waarbinnen het Nederlandse klimaat in de toekomst kan veranderen; ze zijn dus niet bedoeld als voorspelling (zie ook 4c). De werkelijke klimaatverandering zal zich waarschijnlijk ergens tussen deze twee scenario’s voltrekken. Zowel het hoge als het lage uitstootscenario zijn gebaseerd op scenario’s van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Het hoge uitstoot scenario gaat uit van een fors stijgende uitstoot door het verbranden van fossiele brandstoffen (het zogenaamde SSP5-8.5 scenario). Aangezien veel CO2-beperkende maatregelen al in gang zijn gezet is dit uitstootscenario in de loop der tijd steeds minder waarschijnlijk geworden. Sommige extremen worden tot nu toe door modellen eerder onderschat dan overschat, zodat voor het goed voorbereiden op extremen een worst case scenario verstandig is.

De opwarming die voor dit hoogste scenario wordt berekend behoort echter nog steeds tot de mogelijkheden. Bijvoorbeeld bij een minder hoge uitstoot als de klimaatgevoeligheid hoog blijkt te zijn of als natuurlijke terugkoppelingen (door bijvoorbeeld permafrost, bossen, of oceaan) extra CO2 in de atmosfeer brengen. Met het hoge scenario brengen we een worst case scenario in beeld.

Het lage uitstootscenario is gebaseerd op het één na laagste uitstootscenario van het IPCC (SSP1-2.6) en leidt tot circa 1,7°C mondiale opwarming in de tweede helft van deze eeuw, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Er is nog een lager uitstootscenario, waarbij de opwarming nauwelijks boven de 1,5°C komt. Voor dat scenario is het aantal modelberekeningen echter veel beperkter.

Welk klimaatscenario is het meest waarschijnlijk?

Er kan geen waarschijnlijkheid aan individuele klimaatscenario’s worden toegekend. We maken de verschillende klimaatscenario’s juist omdat zowel de uitstoot als hoe het klimaat daarop reageert onzeker is.

De klimaatprojecties behorend bij het lage scenario kunnen gezien worden als de klimaatverandering die we minimaal kunnen verwachten en waar we ons dus minimaal op moeten voorbereiden. Het hoge scenario laat zien wat er op klimaatgebied kan gebeuren als de uitstoot heel sterk toeneemt of als het klimaatsysteem heftiger reageert dan verwacht op minder hoge uitstoot. Door de uitstoot te beperken kunnen we de kans op forse veranderingen in het klimaat verkleinen.

In de praktijk moeten we met alle mogelijke toekomsten binnen die uitersten rekening houden. Grote beslissingen op het gebied van bijvoorbeeld infrastructuur, landschapsinrichting en waterveiligheid dienen geschikt te zijn voor elke mogelijke uitkomst, of de mogelijkheid bieden voor verdere aanpassing als dat in de toekomst nodig blijkt.

Meld u aan als u commentaar wilt bekijken of toevoegen