Naar inhoud springen

schamel

Uit WikiWoordenboek
  • scha·mel
  • In de betekenis van ‘armoedig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen schamelschamelerschamelst
verbogen schameleschamelereschamelste
partitief schamelsschamelers-

schamel

  1. waarvoor men zich schaamt
    • Dit is toch een schamele vertoning. 
  2. gering in omvang
    • Ik heb een schamel bedrag bij elkaar gespaard. 
91 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]
  翻译: