oorgat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oorgat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oor·gat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oor  en  gat 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorgat	oorgaten
verkleinwoord	oorgaatje	oorgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het oorgat o

1. (anatomie) de lichaamsopening van het oor
2. (verkeer) (scheepvaart) de opening van een oorgatbrug
3. (scheepvaart) opening tussen boeisel en voorstevenbalk, waardoor de ankertros gevoerd wordt

Afgeleide begrippen

• [2] oorgatbrug

Gangbaarheid

• Het woord 'oorgat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.