Naar inhoud springen

belanden

Uit WikiWoordenboek
  • be·lan·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
belanden
belandde
beland
zwak -d volledig

belanden

  1. ergatief min of meer bij toeval op een bepaalde plaats geraken, terechtkomen
    • Hij struikelde en belandde midden in de brandnetels. 
     Doordat ik nu opeens zo afgezonderd was, voelde het alsof ik op een andere planeet was beland.[1]
     Het gedeelte waar ze nu belandden, was het domein van de opgroeiende jeugd.[2]
     Dat moet veranderen, vindt minister Madlener van Infrastructuur, want elk jaar belanden veel mensen na een fietsongeluk op de spoedeisende hulp. Vorig jaar waren dat 74.300 fietsers, van wie 48.900 met ernstig letsel, blijkt uit nieuwe cijfers van VeiligheidNL. En de groep met ernstig letsel wordt steeds groter.[3]
  2. ergatief, (scheepvaart) met het schip onverhoeds aan land geraken
    • De zware storm deed ze op een onbewoond eiland belanden. 
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 april 2025 Weblink bron
    Noor de Kort
    “Nederlanders willen geen fietshelm, maar dat gaat misschien veranderen” (16 april 2025), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  翻译: