basis
Uiterlijk
- ba·sis
- via Latijn basis "grondslag" van Oudgrieks βάσις "schrede, fundament", in de betekenis van ‘grondslag’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basis | bases, basissen |
verkleinwoord | basisje | basisjes |
de basis v
- grondslag
- Als de basis goed is kan iets best tot een goed einde komen.
- ▸ Het drama dat zich in Turkije had afgespeeld, was logischerwijze de basis van Jeroens ineenstorting.[3]
- ▸ Ze beargumenteren op basis van hun onderzoeken onder meer dat je voor economische groei in een land vaak politieke stabiliteit nodig hebt.[4]
- (militair) militaire nederzetting
- Een legeronderdeel is gehuisvest in een basis.
- (bouwkunde) datgene waarop een lichaam steunt of rust, grondvlak, fundament, fundering
- Hoewel de de basis van een gebouw niet of nauwelijks ziet is het wel van het grootste belang.
- (wiskunde) grondvlak of grondlijn van een wiskundige figuur
- De oppervlakte van een driehoek is basis maal halve hoogte.
- (wiskunde) grondgetal van een talstelsel
- 10 is de basis van het tientalligstelsel.
- (sport) spelersgroep die aan een wedstrijd begint
- Hij zit in de basis van het eerste elftal.
- (elektronica) een van de drie aansluitingen van een transistor
- belangrijkste eerste begin van een proces
- ▸ Het restaurant kreeg onder leiding van Smallegange een Michelinster, maar daarvoor werkte hij zo'n drie jaar als beginnende kok bij De Librije. "Hij stond aan de basis van mijn carrière en voor heel veel jeugdige koks en bestaande ondernemers is hij een leermeester geweest."[5]
|
3. fundament
- Het woord basis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ basis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "basis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht
, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron “Nobelprijs Economie voor onderzoek naar verschillen in welvaart tussen landen” (14-10-2024), NOS
- ↑
Weblink bron “Topchefs geschokt door dood Jonnie Boer: 'Hij leerde mij alles'” (23 april 2025), NOS
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basis | basisse |
- IPA: /bɑːsəs/
basis
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
basis | bases |
basis
- ba·sis
- Het is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong.
basis
- IPA: /bazɪs/
basis
- (verouderd) basis, fundament, grond
- (verouderd)(medisch) schedelbasis
- (verouderd)(scheikunde) base, loog
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met IPA-weergave
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Verouderd in het Tsjechisch
- Medisch in het Tsjechisch
- Scheikunde in het Tsjechisch