• ro·yaal of:  roy·aal  bij meer oorspronkelijke uitspraak
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbekrompen, gul’ voor het eerst aangetroffen in 1672 [1]
  • afgeleid van het Franse roi (koning) met het achtervoegsel -aal [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen royaalroyalerroyaalst
verbogen royaleroyalereroyaalste
partitief royaalsroyalers-

royaal

  1. vrijgevig en gul zoals het een koning betamen zou
    • Hij werd royaal beloond. 
  2. rijkelijk
  3. van flinke afmetingen
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]
  翻译: