inkoppen
- in·kop·pen
- samenstelling van in en koppen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inkoppen |
kopte in |
ingekopt |
zwak -t | volledig |
inkoppen [1]
- overgankelijk (voetbal) de bal in het doel koppen
- Voor het inkoppen hebben
een eenvoudige kans om in een discussie een punt te maken dankzij een voorzet van een ander
- Het woord inkoppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inkoppen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be