bakerpraatje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bakerpraatje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ba·ker·praat·je

Zelfstandig naamwoord

het bakerpraatje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bakerpraat

Gangbaarheid

• Het woord bakerpraatje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakerpraatje" herkend door:

86 %	van de Nederlanders;
61 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.