baker
- ba·ker
de baker v
- (beroep), (geschiedenis) een ongeschoolde vrouw die aan kraamverpleging deelnam
- Een baker hoorde een ervaren, wat oudere vrouw te zijn.
- Het woord baker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baker" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "baker" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ baker op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Een bakker
- ba·ker
- Naamwoord van handeling van het Noorse woord bake ww met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 3100 |
---|
baker m
- koper (metaal)
enkelvoud | tweevoud | meervoud | |
---|---|---|---|
nominatief | baker | — | — |
genitief | bakra | — | — |
datief | bakru | — | — |
accusatief | baker | — | — |
locatief | o bakru | — | — |
instrumentalis | z bakrom | — | — |